De deken heeft bezwaar gemaakt tegen een advocaat omdat deze de derdengeldenrekening verkeerd heeft gebruikt. Tussen 2016 en 2023 heeft de advocaat geld van cliënten op deze rekening gebruikt om schulden van anderen te betalen. Dit is tegen de regels voor derdengelden. Zo is er bijvoorbeeld geld van een cliënt met grote schulden en andere die juridische hulp nodig had gebruikt, zonder het rechtstreeks aan hen over te maken.
De deken verwijt de advocaat dat hij zich niet aan de regels in de Verordening op de advocatuur (Voda) heeft gehouden. Hij heeft geld dat op de derdengeldenrekening stond, verkeerd gebruikt voor betalingen aan anderen dan de rechtmatige eigenaars. De advocaat heeft geprobeerd zich te verdedigen. Hij stelde niet op de hoogte te zijn van deze regels voor advocaten. De tuchtrechter concludeert echter dat hij de regels heeft geschonden en daarmee het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad.
De tuchtrechter constateert dat de advocaat zich niet aan de regels voor derdengelden heeft gehouden. Dit heeft geleid tot schade aan het vertrouwen in de beroepsgroep, waardoor een tuchtrechtelijke maatregel nodig is. Vanwege de ernst van de overtredingen moet de advocaat de gevolgen van zijn handelen onder ogen zien. Zijn gedrag heeft niet alleen de regels geschonden, maar ook het vertrouwen in de advocatuur aangetast.
De advocaat krijgt een schorsing van twaalf weken opgelegd.