Misbruik derdengeldrekening
Twee advocaten zijn geschorst omdat zij misbruik hebben gemaakt van de derdengeldenrekening. De ene advocaat is voor 16 weken geschort, de ander voor 8 weken. Beide advocaten zijn tekortgeschoten in het gebruik van de derdengeldenrekening. Bovendien hebben zij ten onrechte de WWFT (Wet ter voorkoming van Witwassen en Financieren van Terrorisme) niet toegepast bij een zaak. Een van de advocaten heeft daarnaast niet tijdig en onjuiste informatie verstrekt, heeft gebankierd met de derdengeldenrekening en hij heeft de Gedragsregels en Kernwaarden voor de advocatuur niet in acht genomen.
Samenvatting van de zaak
Een cliënt had 1,2 miljoen op de derdengeldrekening van de advocaten gestort. Dit bedrag was bedoeld voor de proceskosten, maar er was het een en ander misgelopen. Er was ook een tweede melding. Die ging over een geschil rond een erfenis. Een van de advocaten zou zijn declaraties van hem en zijn broers hebben verrekend via de derdengeldenrekening.
De advocaten werd verweten:
- dat zij hebben gebankierd met de derdengeldenrekening;
- ten onrechte geen WWFT-melding hebben gedaan;
- de inrichting van de derdengeldrekening zou niet kloppen.
Ook zou een van de advocaten over een bankpas beschikken waarmee hij zonder medeweten van de partners zelfstandig betalingen kon doen.
De Raad van Discipline heeft in augustus 2021 alle verwijten gegrond verklaard. De kosten voor procesfinanciering zijn geen derdengelden, waardoor ze niet op de derdengeldrekening hadden mogen staan. Ze hadden een WWFT-onderzoek moeten doen omdat partijen uit het buitenland kwamen, waaronder de Kaaimaneilanden en de Britse Maagdeneilanden. Voor de erfrechtzaak geldt dat ze de derdengeldrekening niet mogen gebruiken voor betalingen van vaste lasten van onroerend goed. Nu dit wel is gedaan valt dit onder bankieren.